Home Blog Wat moet er op een levensmiddeletiket staan?

Wat moet er op een levensmiddeletiket staan?

Nutri-score printen met software

Wanneer de consument door de winkelrijen loopt, zal hij of zij nooit een ongeïdentificeerd product terugvinden. Een product zonder label is wettelijk niet in orde, daarnaast is het ook belangrijk dat mensen over correcte productinformatie beschikken. De transparantie die terug te vinden is op het etiket dient als bescherming voor de consument. Daarom is het belangrijk dat elk levensmiddel over een duidelijk etiket beschikt. Om te zorgen dat elk product van de correcte informatie wordt voorzien, stelde de wetgeving hier strikte regels voor op. De Belgische wetgeving met betrekking tot etikettering is gebaseerd op de Europese Wetgeving. De regels bepalen welke informatie er op een etiket moet staan. Elke vermelding moet gemakkelijk te begrijpen, goed leesbaar, zichtbaar en onuitwisbaar zijn. De vermeldingen kunnen zowel rechtstreeks op de verpakking worden aangebracht of met behulp van een etiket.

Verplichte vermeldingen:

 

1. Verkoopbenaming

De verkoopbenaming helpt bij de identificatie van het product. Dankzij de benaming moet het onmiddellijk duidelijk zijn voor de consument over welk product het precies gaat. Daarom is het belangrijk om een klare en objectieve benaming te gebruiken.

2. Ingrediëntenlijst

De ingrediëntenlijst somt alle ingrediënten op die in het eindproduct aanwezig zijn. De lijst wordt steeds in afnemende volgorde van gewicht opgesomd en voorafgegaan door het woord ‘ingrediënten’. Het is belangrijk dat elk ingrediënt met zijn specifieke naam wordt aangeduid. Een ingrediënt kan zowel een voedingsmiddel, voedingsbestandsdeel of toevoegsel, zoals bewaarmiddelen, aroma’s en kleurstoffen, zijn. De lijst geeft een duidelijke weergave van de samenstelling van het product.

3. Allergenen

Sommige ingrediënten kunnen een allergische reactie veroorzaken bij consummatie, inhalatie en contact. Het is dus zeer belangrijk dat het direct duidelijk is als een product een allergeen bevat. Om er zeker van te zijn dat consumenten die overgevoelig zijn voor bepaalde voedingsbestanddelen goed geïnformeerd zijn, is het verplicht allergenen opvallend op te nemen in de ingrediëntenlijst.

In totaal zijn er 14 ingrediënten die speciaal moeten worden aangeduid:

  1. Glutenbevattende granen: tarwe, rogge, gerst en haver
  2. Ei
  3. Vis
  4. Pinda
  5. Noten: amandelen, hazelnoten, walnoten, cashewnoten, pecannoten, paranoten, pistachenoten en macadamianoten
  6. Soja
  7. Melk, inclusief lactose
  8. Schaaldieren
  9. Weekdieren
  10.   Selderij
  11.   Mosterd
  12.   Sesamzaad
  13.   Zwaveldioxide
  14.   Lupine

4. Hoeveelheid

De verpakking moet steeds de hoeveelheid van het product weergeven. Het gaat hier dus steeds over de netto-productinhoud. Het gewicht van de verpakking telt nooit mee. De hoeveelheid wordt uitgedrukt in aantal stuks, volume-eenheden voor vloeibare producten (milliliter, liter, …) en in massa-eenheden (gram, kilogram, …) voor andere producten.

5. Houdbaarheidsdatum

Een houdbaarheidsdatum vertelt de consument hoe lang het product zijn gewenste kwaliteit behoudt. Het indiceert dus tot wanneer het product geschikt is voor consumptie.

Bij producten met een houdbaarheid van minder dan 3 maanden, bestaat de datum uit zowel de dag, maand als het jaar. Bij producten met een houdbaarheid tussen de 3 en 18 maanden bestaat de datum slechts uit de maand en het jaar. Is het product langer dan 18 maanden houdbaar, dan is enkel het jaar voldoende. De houdbaarheidsdatum wordt steeds vooraf gegaan door ‘Ten minste houdbaar tot’.

Producten die zeer snel bederven worden in de plaats van een houdbaarheidsdatum voorzien van een uiterste consumptiedatum.

6. Bewaarvoorschriften en gebruiksvoorwaarden

Sommige houdbaarheidsdatums zijn afhankelijk van de omgeving waarin het product wordt gebruikt of bewaard. Wanneer het product zich in een ongeschikte omgeving bevindt, verhoogt dit de kans op bederf en ziekmakende bacteriën.

Om dat te voorkomen dienen de specifieke bewaarvoorschriften en gebruiksvoorwaarden op de verpakking te worden vermeld.

Bijvoorbeeld: ‘koel bewaren’, ‘na ontdooiing niet opnieuw invriezen’, ’20 minuten voor gebruik openen’.

7. Gebruiksaanwijzing

Als het product moeilijk te gebruiken is zonder gebruiksaanwijzingen, moeten de aanwijzingen aangebracht worden op de verpakking.

8. Gegevens verantwoordelijke

Het product moet steeds voorzien zijn van de (handels)naam en het adres van de verantwoordelijke voor het product. Dat kan zowel de fabrikant, verpakker als verkoper zijn.

9. Batch/lot/partijnummer

Deze codes zijn essentieel voor de traceerbaarheid van producten. Dankzij de unieke nummers kunnen producenten gemakkelijk producten identificeren en hun productieproces achterhalen. Aan de hand van de nummers zien de producenten waar het product geproduceerd, vervaardig en verpakt is. Ze kunnen ermee het hele proces van bron tot eindbestemming herleiden. Dat maakt het veel gemakkelijker als producten moeten worden terug te roepen, er kwaliteitscontroles moeten worden uitgevoerd of als er producten in quarantaine moeten worden geplaatst.

10. Voedingswaarde

De voedingswaarde geeft aan hoeveel energie het product bevat. Naast de energetische waarden, duidt het ook aan welke voedingsstoffen er in het voedingsmiddel zitten. De aanwezige hoeveelheden vet, verzadigde vetzuren, koolhydraten, suikers, eiwitten en zout worden steeds uitgedrukt per 100 ml of 100 gr.

11. Alcoholpercentage

Vanaf dat een drank een alcoholpercentage van meer dan 1,2 % bezit, moet het effectieve alcoholvolumegehalte op de verpakking worden vermeld. De vermelding bestaat steeds uit een cijfer en ten hoogste 1 decimaal, gevolgd door “% vol’.

 

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
  • This field is for validation purposes and should be left unchanged.